Artikelen, Interviews, Lopend Vuur

Oldrik van der Aalst: “Vierschansentournee winnen is mijn doel”

Screenshot Lopend Vuur maart 2011

Olympisch goud halen voor Nederland op het onderdeel skischansspringen, dat lijkt Oldrik van der Aalst wel wat. De pas 15-jarige Barnevelder heeft grote ambities. Die hebben hem ook gebracht naar waar hij nu is: Stams. De gerenommeerde school in Tirol, Oostenrijk waar al grote kampioenen vandaan kwamen. En nu bevindt hij zich in het walhalla van zijn sport. “Ik word alleen maar sterker en beter”, zegt Oldrik zelfverzekerd.

Het begon voor Van der Aalst met een bezoekje aan de talentendag van de Nederlandse Ski Vereniging (NSkiV) toen hij acht jaar was. Nu zit hij vanaf dit schooljaar op het internaat waar bijvoorbeeld Gregor Schlierenzauer, de winnaar van tweemaal brons en zelfs goud met Oostenrijk in het teamspringen bij de laatste Spelen in Vancouver, ook getraind heeft.

Hij is van ’s ochtends half 7 tot ’s avonds 10 uur bezig. Samen met een Vlaming, Amerikanen, Russen, Zwitsers, Italianen en Oostenrijkers doet hij alles. Ontbijt, krachttraining, een paar dagen in de week van de schans, coördinatieoefeningen en Duitstalig onderwijs. En hij weet waar hij het voor doet: goud op de Olympische Spelen.

Tegenslag

Als hij geconfronteerd wordt met de uitslagen van de laatste twee wedstrijden waar hij aan deelnam, zegt hij: “Daar heb ik het niet meer over.” In januari werd hij 61e bij het WK junioren in Estland en tijdens het Europese Jeugd Olympisch Festival in Tsjechië werd hij 25e.

“De laatste tijd gaat het niet zo lekker. Ik zit in een groeispurt en elke halve centimeter die mijn lichaam groeit, zorgt voor een verstoring van de balans. In de aansturing van mijn spieren gaat er wat mis. Ik heb het gevoel dat alles loopt zoals het moet gaan, dat ik precies de goede dingen doe. Maar mijn lichaam doet compleet waar hij zelf zin in heeft. Dat frustreert enorm.”

Ondersteuning

Dit seizoen is hij drie keer gevallen. “Het gaat in je hoofd zitten, je wordt er onzeker van. Ik ben van nature iemand die blijft nadenken en voor een sporter is dat niet goed. Gelukkig is het vanuit school goed geregeld, ik heb gesprekken met een mentale coach. Die helpen enorm. Ik kan na zo’n sessie weer doen wat ik moet doen, zonder dat ik continu aan het malen ben.

Wat ook helpt is een gesprek met mijn vader. Laatst was ik voor vakantie in Nederland en kon ik weer met hem praten. Dat is echt heel belangrijk voor me, omdat hij aanvoelt wat ik meemaak. We hebben soms aan één blik genoeg. Dat is zo waardevol.”

Over de teamprestatie van Nederland in Liberec, Tsjechië is hij positief. “We hebben daar de finale gehaald. Mede door een goede sprong van mij kwamen we bij de laatste acht. Dat is voor een klein land als Nederland fantastisch. We hebben de echte grote landen in het skispringen, Rusland en Zwitserland, achter ons gelaten. Toen ik terug kwam op het internaat gaf dat wel een kick. Ik kon met opgeheven hoofd binnenwandelen.”

Toekomst

Oldrik is heel duidelijk in wat hij nog wil bereiken: “Ik wil de 4-schansentournee pakken en ook Olympisch goud is een droom. En ik stel bewust die hoge doelen voor mezelf, omdat ik weet dat ik dan altijd iets heb om naar uit te kijken. En dus ook altijd iets om mezelf voor te motiveren.

Ik ben pas 15. De top van een skispringer ligt tussen zijn 20e en 28e jaar. Ik heb nog minstens vijf jaar om te groeien. Dat het nu even tegenzit, omdat ik groei, geeft niets. Ik weet dat er het een dipje is waar ik sterker uit kom. En uiteindelijk zal ik sterker en nog beter zijn dan ooit tevoren.”

Geschreven voor Het Lopend Vuur van NOC*NSF.

Geef een reactie