“Nee, ik heb eigenlijk helemaal geen zwart gat gehad na het stoppen van mijn topsportcarrière”, zegt Jolijn van Valkengoed desgevraagd. Ze is vorig jaar na twintig jaar zwemmen gestopt en meteen overgestapt in een maatschappelijke loopbaan. Ze was 28 en toe aan iets anders dan het strikte regime van de topsport. “Ik wilde aan mijn gewone leven beginnen.”
Dat gewone leven hield in eerste instantie in dat ze aan de slag ging als pr-marketing coördinator bij Sportbedrijf Lelystad, de beheerder en exploitant van bijna alle sportaccommodaties in de hoofdstad van Flevoland.
Haar 36-urige baan nam bij haar vaak vijftig uur per week in beslag. “Zoals dat wel bij alle banen is, toch?” Het kenmerkt de toewijding van een topsporter die ergens volledig voor gaat. In dit geval was het haar baan. Gevolg was dat ze na thuiskomst eigenlijk geen energie meer had om te sporten. Dat schoot er dus ook bij in.
Rouwproces
Een half jaar nadat ze haar loopbaan beëindigde werd ze totaal onverwacht gehuldigd in haar eigen Lelystad. Ten overstaan van familie, vrienden en collega’s kreeg ze van de burgemeester de erepenning van de stad. Op dat moment begon ze een beetje na te denken over wat ze nu eigenlijk gepresteerd had. Maar ook wat haar leven als topsporter haar gebracht had. Tijdens haar dankwoord schoot er een flinke brok in haar keel.
“Ik realiseerde me dat ik het toch nog niet had afgesloten. Mijn identiteit als zwemmer was weg en nu ben ik alleen nog maar een werknemer.” Ze vergelijkt het met een relatie die eindigt. “Het is een rouwproces en dat geeft een beetje aan hoe het is om twintig jaar topsport af te sluiten.”
Sportmentaliteit
Van Valkengoed is gedreven. Als topsporter vergde ze al het uiterste van zichzelf, in haar werk zette ze het door. Daar moest verandering in komen. Nu zet ze in haar agenda een eindtijd, niet meer doorwerken na vijf uur. Ze gaat niet meer standaard naar bed om 9 uur, omdat ze er vroeg uit moet. In het weekend heeft ze tijd om naar een feestje te gaan, of een verjaardag.
“Deze aanpak geeft rust, ik heb weer energie om ook te sporten. Ik loop twee keer in de week hard en ik zwem weer. Thuis ben ik veel productiever.” Ze realiseert zich dat stoppen met je topsport toch mentaal meer met je doet dan sommige mensen denken. “Mensen snapten niet dat ik stopte, het ging toch goed. Maar ik kon me niet nog vier jaar aan het strenge leven binden.” Misschien heeft ze toch meer last gehad van een zwart gat dan ze in eerste instantie dacht.
Toekomst
Na haar carrière is ze in gesprek gegaan met NOC*NSF over de veranderingen die ze doormaakt. Ook bezocht ze een transitiebijeenkomst. Daar was een sportpsycholoog aanwezig, maar ze wilde er geen gebruik van maken. “Ik had niet het gevoel dat ik dat nodig had.” Ze ziet wel in dat het voor sommige sporters van belang kan zijn, de transitie is namelijk niet niets.
Nu volgt ze een trainerscursus als zwemtrainer. Ze werkt ongeveer de 36 uur die voor haar baan staan. Ze kan terugkijken op een succesvolle carrière, waarin ze onder andere brons haalde op de EK in Eindhoven, de WK zwom en in Beijing op de Spelen Nederland vertegenwoordigde. “Ik ben tevreden.”
Geschreven voor Het Lopend Vuur van NOC*NSF.
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.